Roald in actie

Ballade ’90 jaar Bebon’

1.
       Am
Er was eens een mooie jongen
       Em
En een heel mooi meisje
Am            Em
Die werden verliefd op elkaar
       Am
Ze besloten te trouwen
       Em
Een molen te bouwen
       D      C
Ze kregen het waar voor mekaar
       Am
En tussen seringen
       Em
Gebeurden er dingen
       D   C
De kindjes waren snel daar
       Am
De pastoor gaf zijn zegen
       Em
Het werden er zeven
       D   C
Dat was in die tijd niet zo raar

Refrein:
G
Allee Bebon allee Bebon
C    G
Uw leven is nog lang niet om
G
Allee Bebon allee Bebon
C        G              
We gaan nog eens langs tant'Yvonne
                                                

2.
Maar eerst gaan we terug
Terug in de tijd
Tien augustus neegtienveertien
Toen werd ze geboren
En liet ze zich horen
Er was nog geen ’tien om te zien’
In de plaats werd gebeden
De bijbel beleden
In veel was den duivel te zien
Toen Duitsers kwamen storen
Vluchtten ze door ’t hoge koren
Zoveel miserie was nog nooit gezien

3.
Op de stranden van Knokke
Liepen geen korte rokken
Maar een heel nieuwe tijd brak nu aan
De eerste auto’s verschenen
De paarden verdwenen
Een rijbewijs vroeg je niet aan
Gedaan met de kolen
Ze sloten in Olen
Water kwam nu uit een kraan
Het was het einde voor de molen
Dieselmotoren gingen aan

4.
Spijtig maar mooie liedjes
Duren meestal niet lang
De oorlog kwam weer in het land
Het varken werd gestolen
’t Was overleven op kolen
Gelukkig hielden ze stand
Toen Duitsers kwamen kloppen
Wist bebon ze te foppen
De sleutel lag niet in de mand
Maar zon komt na regen
De vijand verdreven
De Engelsen kwamen van ’t strand

5.
’t Was zeulen met schoven
Tuinieren in d’hoven
En op vrijdag moest men vroeg op
Bebon kon niet wachten
Om wat kippen te slachten
Dat bracht toen immers goed op
En op zondag was ’t smakken
Dan werd taart gebakken
De buren door d’haag met hun kop
Maar was men vergeten
Dat er niet werd stilgezeten
Dan vloog Sinterklaas op den dop

6.
Er waren ook helden
’t Waren allemaal bekenden
Armand Pien voorspelde het weer
Jef wist zonder remmen
Den Pellenberg te temmen
Hij dankte daarvoor onze Heer
En dan had je ook mensen
Die niet voor ’t licht remden
Een vliegtuig kwam zo bijna neer
Een smeuige mottebol
Bracht iemands hoofd op hol
Ach zot zijn doet gelukkig geen zeer

7.
Na de dood van opa
Werd (er) lustig getrouwd
Bebon die leerde nog knopen
In ieders gedachten
Waren ’t d’ ooievaars die brachten
Er volgden wel 15 dopen
En nog is ’t niet gedaan
Want zie ze hier staan
Een nieuwe generatie doet hopen
De moraal van het verhaal:
Was het anders gelopen
Hadden we nooit op de wereld gekropen