Edouard en de molens in Zaventem en Bierges
Edouard leert de stiel ook bij zijn vader Désiré en wordt dan maalder op 18 jarige leeftijd in de brouwerij Stella Artoist te Leuven. Als hij zijn legerdienst moet vervullen wordt hij er opgevolgd door zijn broer Alfons. Na zijn legerdienst wordt hij zelfstandig molenaar te Zaventem op de Stockmansmolen met specialisatie in maïsena-bloem (1926-1938).
De Stockmansmolen is nu een prachtig gerestaureerd en gerenomeerd restaurant.
In 1938 verhuist hij naar Bierges waar hij de oude watermolen huurt en vernieuwt. De molen had drie stellen molenstenen en liggende waterturbines die gevoed werden door de Dijle.
Het grote gebouw links uit de 18e eeuw verdween kort nadat deze foto werd genomen. Het stortte gedeeltelijk in omdat de eiken palen waarop het werd gebouwd het hadden begeven.
Tijdens de oorlogsperiode 1940-45 staan de mensen van Wavre en omstreken tweemaal per week in de rij aan te schuiven voor de fel begeerde ’tartine de saindoux’. Hij bakt in het geheim brood en levert ook geregeld gratis bloem aan de weeshuizen in Brussel.
Wanneer in 1948 de handelshuur vervalt en de eigenaar (Gustave Jacqmain) de molen niet wil verkopen, verhuist het gezin naar de hoogvlakte van Bierges, naast de kerk, waar hij het “Café des Sports” uitbaat tot in 1954 en dan vertrekken ze naar de Citadel van Dinant. Het molencomplex blijft drie jaar leeg staan en wordt in 1952 aan André Vromann verkocht. Zijn zoon Philippe stopt de molenactiviteiten in 1977 en begint in de gebouwen een bloeiende zaak in land- en tuinbouwzaden en gereedschappen.
Edouard start met zijn nieuw job als concierge en gids op de citadel van Dinant tot aan zijn dood in 1969. lees hierover Edouard en de Citadel van Dinant
Zijn zuster Clara zal hem nadien volgen en gerante worden in ‘Hotel de la Citadelle’. T