Van den Grooten Oorlog en een Verdwenen Engel
Als oudste zoon van Romain Vanautgaerden en Julia Billiau, en kleinzoon van Désiderius Vanautgaerden en Amélia Jochmans, de laatste molenaar van de windmolen op het gehucht Meren in Bierbeek, heeft de geschiedenis van deze verdwenen molen mij altijd geboeid. Ook de geschiedenis van de eerste wereldoorlog nu 100 jaar geleden draagt mijn interesse weg.
Ik wist sedert de tachtiger jaren van vorige eeuw van het bestaan van een windwijzer (girouette) op de windmolen in de vorm van een trompettende engel.
Uit inlichtingen van de heemkundige kring van Bierbeek wist ik dat omstreeks 1985 een delegatie van de Société d’Histoire de Comines-Warneton (Komen – Waasten) uit de taalgrensgemeente HOUTHEM in Henegouwen in Bierbeek op bezoek was geweest. Zij kwamen op sporenzoektocht naar overblijfselen van de windmolen van mijn grootvader die na verkoop in 1917 weer opgebouwd werd in 1919-1920 in hun gemeente.
In oktober 2011 enkele dagen namen we enkele dagen vakantie in de Westhoek met bezoeken aan musea en oorlogskerkhoven in de streek rond Ieper. En omdat ik dan toch niet ver van Houthem zou verblijven nam ik een paar foto’s mee van de oude windmolen van Bierbeek. Ik wilde immers weten wat er met de molen gebeurd was, waar hij gestaan had en of er nog overblijfselen te vinden waren. De zoektocht naar de engel-windwijzer, de girouette zegt men in Comines-Warneton, kon beginnen. Het werd een tocht met verrassingen, toevalstreffers en… ook een beetje ontgoocheling.
Na een paar dagen Ieper en omstreken reden we op woensdag 5 oktober 2011 naar Houthem aan de Franse grens.
Maar hoe begin je aan zo’n zoektocht met alleen maar de naam van een gemeente? De eerste persoon die ik er ontmoette was de plaatselijke postbode. En “of hij misschien wist van een verdwenen windmolen?”
“Je suis désolé monsieur mais je n’en sais rien”. Hij gaf me de raad om me op het gemeentehuis van Komen-Waasten te gaan informeren. Wij reden naar de markt van Komen waar we in het gemeentehuis door een vriendelijke dame ontvangen werden. Maar ook zij wist niets af van een verdwenen windmolen.
Maar… TOEVAL 1, een vriendin van haar kende een familielid van de laatste molenaar van “Le moulin Soete de Comines Ten-Brielen”. Ze belde die mevrouw en zo kwam ik op het spoor van Walter Verbeke wiens vrouw familie was van molenaar Jean-Baptiste Soete naar wie de enige overgebleven windmolen van Komen genoemd werd. Echter zonder adres of telefoonnummer. Met de goede raad ons te informeren bij de toeristische dienst van de gemeente zetten we onze zoektocht verder. Bij het verlaten van de expressweg die ons er naartoe leidde zagen we een pracht van een gerestaureerde windmolen op een heuveltje aan de afrit. Dit bleek dan de “Moulin-Soete” te zijn met in zijn buurt het toerismebureau.
Deze molen (ergens in West-Vlaanderen)
is in dezelfde stijl opgetrokken
als de molen van Petrus Désiré
Ik deed aan de balie weer het verhaal van mijn zoektocht en kreeg van de vriendelijke dame een gouden tip en het telefoonnummer van Walter Verbeke. Ik belde hem, vertelde hem het doel van mijn bezoek, en omdat hij zelf tot de molenaarsfamilie Soete behoorde, had hij meteen belangstelling. Hij zou onmiddellijk tot in het bureau komen. Na kennismaking en nog maar eens het doel van mijn zoektocht verteld te hebben stelde Walter me voor om een kennis van hem te bellen, mijnheer Jean Milleville, die ons waarschijnlijk wel zou kunnen verder helpen. Een kwartiertje later was Jean ook daar. En weer moest ik mijn verhaal doen, deze keer in het Frans want Jean was franstalig.
Jean wil helpen zoeken en belt één van zijn vrienden en… TOEVAL 2, dat is toch wel de man zeker die met de afvaardiging van de “Société d’Histoire” in Bierbeek geweest was op zoek naar overblijfselen van hun, pardon, onze molen. We mochten tot bij hem komen in Warneton. Jean begeleidde ons en, je raadt het al, weer moest ik mijn verhaal doen bij die man. Die was, TOEVAL 3, vriend van de auteur van het artikel “Le dernier moulin à vent d’Houthem” in “Mémoires de la Société de Comines –Warneton”. Jean moest dringend weg om zijn kleinkinderen te halen op school maar belooft me een kopie van het hoofdstuk over de molen van peter Désiré. We maken afspraak voor ’s anderendaags om 11 uur aan de Soete–Molen.
Vol goede hoop dat mijn zoektocht succes zal kennen toeren we die namiddag door de streek, bewonderen de vele windmolens die er nog staan, rijden even “de schreve” over. In die streek van Frans-Vlaanderen vind je ook nog veel oorlogsoverblijfselen en er staan nog mooie windmolens ook. Via “De Moeren” rijden we terug naar Ieper. Donderdag 6 oktober, 11 u stipt, Jean komt aan bij de Soete-Molen en Walter was er al toen wij aankwamen. Jean heeft de beloofde brochure bij. In die brochure staat, TOEVAL 4, een foto van de engel-girouette op een stenen molengebouw.
We vertrekken samen om in Houthem dat gebouw te gaan zoeken. Na enig speurwerk in de gemeente vinden we het molengebouw. Daar blijkt nu een koperslagerij-ketelmakerij gevestigd te zijn. We treffen er, TOEVAL 5, de zoon van de koperslager en die weet dat de windmolen van peter Désiré achter het stenen gebouw heeft gestaan, op een minuscuul klein heuveltje en hij weet ook dat de metalen windwijzer ( de engel) er op had gestaan en dat die, samen met de molenstenen, het enige overblijfsel was van de molen na de catastrofe van mei 1940. In de voornoemde brochure lezen we dat de houten windmolen op 28 mei 1940 door het Britse leger in brand werd geschoten bij hun terugtocht en vlucht voor de Duitsers. De toenmalige molenaar Emile Demey bleef ontredderd achter maar besloot toch op dezelfde plaats een stenen molengebouw op te trekken. En boven de zakkenlift van dat gebouw plaatste hij op het plat dak… de engel-windwijzer.
Het molengebouw waarin de oude maalstenen nog steeds aanwezig zijn
en waarop de engel lang gestaan heeft.
Links de huidige eigenaar van de koperslagerij;
in het midden staat Jean Milleville.
Jean praat met de eigenaar van het gebouw en zo kunnen we de bovenverdieping met de overblijfselen van de moleninstallatie bezoeken. We zien er nog de molenstenen en de resten van de installatie en veel materiaal waar men in Bokrijk blij zou mee zijn…
De oude maalstenen zijn nog steeds aanwezig.
Jean belt dan naar nog een andere bekende en dit was weer iemand van de heemkundige kring van de gemeente. Die man had de engel-windwijzer gekregen van de moleneigenaar en hem in zijn tuin gezet. Hij had, bij een verhuis, de engel aan een familielid gegeven. We kregen het adres van die familie in Waasten. Jean had andere verplichtingen en wij op weg. De GPS van mijn auto was weer zeer nuttig. In de woonwijk “Nouvelle Lys” (Nieuwe Leie) bellen we aan bij de familie Desrumaux. Geen antwoord. Ik draai daar wat rond, trek mijn stoute schoenen aan en ga langs een zijpaadje naast het huis naar de tuin. En daar tref ik Mr en Mw Desrumaux: ze hadden de bel niet gehoord.
En dan… KIPPENVELMOMENT! Op het dak van het houten tuinhuis staat hij dan, de lang gezochte verloren engel!
Eindelijk gevonden op een tuinhuisje:
de lang verloren engel!
En voor de laatste maal doe ik het verhaal van mijn lange zoektocht. We worden in de mooie veranda met zicht op de Leie op een lekkere kop koffie en koeken getrakteerd. Ik toon mijn foto’s van de molen van Peter en probeer voorzichtig of ik de girouette kan krijgen om hem weer naar Bierbeek te brengen waar hij 200 jaar lang op de molen heeft gestaan. Maar dat was een vruchteloze poging. Ze willen hem niet meer kwijt…
We vertrekken met een reeks foto’s en een hoop mooie herinneringen, naar het gemeenschapscentrum bij Moulin Soete en daar treffen we weer Walter Verbeke en zijn echtgenote in een zaal vol gepensioneerden die zich vol overgave op het kaartspel focussen. Bij een lekker biertje “Moulin de Soete” nemen we afscheid van Komen en van zijn behulpzame mensen. We nemen de hoop mee de vermiste engel ooit weer in Bierbeek te kunnen zien. Tot op heden: ijdele hoop…
De verloren engel
Die reis naar de Westhoek en Komen-Waasten / Houthem zal altijd een mooie herinnering blijven.
30.03.2016
dva