Désiré en de Lovanna molen in Lovenjoel
Désiré, zoon van Eduard, volgende zijn vader op als zelfstandig maalder in Lovenjoel. Op hetzelfde domein waar de windmolen stond, installeerde hij een molen die draaide op een machine.
Désiré installeerde ook een bloemmolen (voor het maken van “witte bloem”). Deze molen droeg de naam “Lovanna Molens” en was actief tot in 1964.
De gebouwen staan als “Mechanische maalderij (ID:214816)” ingeschreven op De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed met de onderstaande tekst:
Administratieve Gegevens
Alternatieve naam: | |
---|---|
Provincie: | Vlaams-Brabant |
Gemeente: | Bierbeek |
Deelgemeente: | Lovenjoel |
Adres: | Bruulstraat 20 |
Status: | Bewaard |
Vastgesteld: | Ja |
Beschermingen: | |
Gebeurtenissen: |
|
Verdere informatie: |
Beknopte karakterisering
Typologie: | maalderijen |
---|---|
Context: | |
Datering: | eerste helft 20ste eeuw, vierde kwart 19de eeuw |
Stijl: | |
Trefwoorden: |
Beschrijving
Mechanische maalderij Vanautgaerden, gebouwd ter vervanging van de hier gelegen windmolen.
Historiek
De hier aanwezige windmolen was een houten standaardmolen met gesloten voet. De molen werd gebouwd omstreeks 1805 (gedateerd) en werd in 1895 uit Humbeek (Grimbergen) naar Lovenjoel overgebracht op initiatief van molenaar Edwardus-Ludovicus Vanautgaerden-Vanmolkot. De molen werd geplaatst op 4 massieve teerlingen van witte steen, met een basisoppervlakte van 1 m². De inplanting van de molen werd kadastraal geregistreerd in 1897; aansluitend bouwde men bij de molen een ‘huys’ aan de straat met ten westen ervan een bijgebouw, beide kadastraal ingetekend in 1898. Volgens literatuurgegevens werd in een aan het huis palende schuur een ’trieur’ (installatie voor het zuiveren en sorteren van graan) voorzien en een werkplaats; het is niet duidelijk of het hier gaat om vernoemd bijgebouw, aangezien dit volgens de mutatieschetsen niet aan de woning paalde. In 1905 werd een vergroting geregistreerd van meer dan twee jaar voordien, waarbij het volume van het vermelde bijgebouw merkelijk vergroot werd en een nieuw bijkomend volume werd ingetekend ten zuidoosten van het ‘huys’. In 1914 is er opnieuw sprake van een vergroting waarbij een volume wordt ingetekend dat links aansloot op het ‘huys’ en in het kadaster later werd aangeduid als ‘vuurgraanmolen’. Ook het volume ten zuidoosten van de woning dat geregistreerd werd in 1905, werd groter en van dan af bestempeld als graanmolen. De windmolen was nog bedrijvig in 1939 maar werd naderhand afgebroken; de registratie van de afbraak gebeurde in 1942; tegelijkertijd werden alle bestaande gebouwen met elkaar verbonden en de vuurgraanmolen werd een ‘graanmolen met elektriekmotor’. Molenaar Desiré Vanautgaerden was de laatste molenaar van de windmolen. Hij nam het bedrijf volledig over in 1940 en bouwde naast de windmolen een door mazout aangedreven compacte cilindermolen van 2 niveaus. Installaties uit de windmolen werden opnieuw geïnstalleerd in het nieuwe gebouw. Geleidelijk groeide het bedrijf uit tot een industriële maalderij die tot in 1964 fijn meel produceerde. In 1955 werd een machinekamer aangebouwd, de oude cilinderinstallatie werd afgebroken, het gebouw werd opgetrokken tot drie niveaus en er werd een nieuwe cilinderinstallatie geplaatst over vier niveaus en een daarbij passende hijsinstallatie.
Beschrijving
Leegstaand complex bestaande uit het bedrijfsgedeelte links met aansluitende woning rechts, waarvan het huidige uitzicht vermoedelijk dateert uit de jaren 1940 en/of 1950. Verankerde baksteenbouw van respectievelijk vijf traveeën en drie bouwlagen (bedrijfsgedeelte) en drie traveeën en twee bouwlagen (woning) onder overkragend pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. Oorspronkelijk bestond het bedrijfsgedeelte vermoedelijk slechts uit de eerste twee traveeën en twee bouwlagen, zie de aanwezige bouwnaad en de mutatieschetsen; volgens literatuurgegevens werd de derde bouwlaag samen met de nieuwe hijsinstallatie in 1955 toegevoegd. De hijsinrichting bevindt zich in de vierde travee met hoger oplopende puntgevel waarin de katrol en het laadluik nog aanwezig zijn. Voorts vertoont de roodgeschilderde lijstgevel knipvoegen, witgeschilderd in het woongedeelte, een paardenring en eenvoudige rechthoekige vensters met ijzeren roedeverdeling. De moleninrichting bleef deels bewaard.
Het uitzicht van de onderkelderde woning met centraal eveneens een hoger oplopende puntgevel sluit hierbij aan, met uitzondering van de vrij grote rechthoekige vensters op de begane grond en de twee oculi; uiterst rechts is er een later toegevoegde deurtravee, zie bouwnaad. Een houten windbord met golfmotief werd gebruikt als gevelbeëindiging.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Bierbeek, afdeling 3 (Lovenjoel), sectie C, 1897/2, 1898/ 5, 1905/12,1914/15, 1942/20, 1959/15.
- DEWINTER J. 1998: Boerenleven vroeger in Lovenjoel, onuitgegeven bijdrage, 41-42.
Bron:https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/214816
Auteurs: Dewinter, Jos & Kennes, Hilde
Datum tekst: 2013
Datum informatie: 2013